Tweelingrace
Soms mijmer je wel eens hoe het gaat als je ouder bent, krijg je nog grijzer haar of krijg je een glimmende kale bol, kun je nog goed lopen of hang je over een rollator, ga je wartaal kletsen of wordt je een ouwe zeur of nog erger, moet je echtgenote je voortduwen omdat je in een karretje zit? Nou geloof me, dat laatste is ze inmiddels in getraind hoor.
Afgelopen week ging ze met onze jongste kleinmormels op stap, samen gezellig in de tweelingkinderwagen (3x woordwaarde) naar het winkelcentrum. Ze had er geen toeter opzitten dus riep ze regelmatig ‘pardon’ als ze iemand schampte of als er een oudere in de weg liep te wartalen. Eenmaal een winkel binnen bleek al snel dat de meeste paadjes en gangetjes niet gemaakt zijn voor carbonkinderen, voor de jongeren; vroeger gebruikte je carbonpapier om iets in tweefout te maken.
De tweeling had het enorm naar de zin en hoewel ze nog niet kunnen praten hadden ze de grootste lol met oma, die feilloos met de brede wagen laveerde tussen de Olvarit en inlegkruisjes. Mijn eega, Jootje dus, is niet zo snel van het pad te brengen, ze weet voor elk probleem een oplossing, soms zelfs zonder eerst mij om advies te vragen. Dus ik laat haar maar schuiven, ze lost alles op, ook als ze met de wagen klem komt te zitten tussen een rolstoeler en geparkeerde fiets.
Maar wel leuk zo’n tweeling hoor, we krijgen ze vaak op bezoek, soms alleen maar op de zuigfles en soms op de (lauwe) thee. Onze Floris de hond is verzot op ze, die scheert hun wangen meteen met zijn halve meter lange tong, weet dat beest veel, de helft is meisje en die scheren zich meestal niet, althans niet hun wangen.
De andere helft is jongen maar ook die zal zich op een leeftijd van pakweg 10 maanden nog niet hoeven te scheren lijkt me. Voordat de tweeling binnen kan komen moet er wel wat gebeuren, want in onze gang staat een openhaard en daardoor is de doorgang te klein geworden voor carbonkinderwagens, ja ik weet het, nog meer woordwaarde.
Dus eerst moeten de vazen weg, de bloemen, en de spiegel en dan kan de hele mikmak in de hoogte worden getild om de kamer binnen te zeulen, een makkie zegt Jootje dan. Ik heb daarom besloten dat ik zelf geen kinderen meer wil, ben veel te oud voor dat gedoe en zo.
Ik noem ze maar Jut en Jul want ze hebben namen die je zonder spellingscontrole niet uit je mond krijgt. Als mijn moeder nog had geleefd had ze beslist die namen niet kunnen uitspreken, dan had ze beslist gezegd: ‘doar begin ik noit an, dan vlucht min gebit deur de lucht’, maar dan in het goed gespelde Fries. Ach ja, je ziet het, zowel jong als wat ouder kun je een probleem zijn voor anderen, met natuurlijk meer leuke dan lastige dingen als je er echt voor gaat.
De vader en moeder van deze ‘twins’ hebben zelfs een andere auto moeten kopen omdat de tweeling in hun ‘zitjes’ en hun oudere broertje niet naast elkaar op de achterbank passen, tja, dat heb je als je carbonpapier gebruikt. Ik vraag me in alle rust af hoe het zou gaan als ik ooit, wat ik niet hoop, in een karretje geduwd door Jootje mee moet om boodschappen te doen. Maar dat zien we dan wel weer. Mocht ze uit de bocht vliegen en een stelling in, dan hoop ik dat dat bij Jan de bakker is, tussen de moorkoppen.
Maar dat kan nog wel even duren want ik wil eerst nog gewoon lopen tot ik 104 ben.
Reacties: jk@ hoogvliet.org